maandag 5 september 2016

kolb test uitslag



Uw leerstijl Doener!
Een negatieve score op de AB-CE schaal geeft aan dat je stijl meer abstract is. Een positieve score op de AB-CE schaal geeft een meer concrete leerstijl aan. Op dezelfde wijze betekent een negatieve of positieve score op de AE-WO schaal dat je leerstijl vooral actief dan wel vooral passief is. De vier kwadranten representeren de vier leerstijlen of leertypes: de doener, de bezinner, de denker en de beslisser.
Het is (theoretisch) mogelijk dat u een score heeft waarbij u zowel op da ae_wo as als op de ab_ce as de waarde 0 scoort. In dat geval wordt geen rode lijn getoond. U heeft geen uitgesproken leerstijl.
Doener
Het woord doener zegt het al. Het gaat om het ‘doen’. Een doener werkt doelgericht, is een sociaal persoon en wil tastbare resultaten halen.
De doener is graag betrokken bij het hele proces en werkt graag volgens een goede planning. Kennis en informatie van anderen zijn belangrijker dan eigen analytische capaciteiten. Een doener past zich verder snel aan de omgeving en de daarbinnen aanwezige specifieke en concrete situaties.
Optimale leeromgeving:
  • ●  Humor, plezier en ontspanning op de leer- of werkplek
  • ●  Terugkoppeling op eigen acties
  • ●  Contact met anderen en de sfeer zijn erg belangrijk
  • ●  Vrij zijn om snel te reageren
  • ●  Verschillende werkvormen tot zijn beschikking hebben
Situaties die uitdagend en spannend zijn en die om keuzes vragen
Bezinner
Een bezinner bezit een groot voorstellingsvermogen en is vooral bezig met concrete ervaringen.
Het inbeelden van zaken en fantaseren zijn sterke kanten om een concrete situatie vanuit verschillende perspectieven te bekijken. Vanuit hier legt de bezinner dan de verbanden tussen een aantal observaties. Creativiteit is een kenmerk van de bezinner, waarbij ook de nodige ruimte moet zijn om ideeën te kunnen creëren.
Optimale leeromgeving:
  • ●  Voldoende mogelijkheden om de overige groepleden te leren kennen
  • ●  Tijd en ruimte om gedachten, gevoelens en ervaringen uit te wisselen en te uiten
  • ●  In aanraking komen met diverse visies
  • ●  De benadering dient als veilig ervaren te worden
    Denker
    Voor een denker ligt de nadruk op de (logische) samenhang tussen zaken.
    Een denker houdt zich het liefst bezig met het vormen van begrippen. Het maken van theoretische modellen is de kracht van de denker. Voor de denker staan nauwkeurigheid, logica en het denken in zuivere, abstracte begrippen op de eerste plaats. Vanuit de (gemaakte) theoretische modellen probeert de denker richting de werkelijkheid te komen.
    Optimale leeromgeving:
  • ●  Zelfstandig leerstof doornemen en dit binnen zijn eigen denkwereld vorm te geven
  • ●  Orde en rust
  • ●  De mogelijkheid om achtergrondinformatie te krijgen
  • ●  Complexe vraagstukken worden als uitdaging gezien
  • ●  Een duidelijk programma en duidelijke (leer)doelen
    Beslisser
    Als het gaat om een probleem op te lossen waar één juiste oplossing voor gezocht moet worden, ben je bij de beslisser aan het goede adres.
    Hij richt zich dan ook graag op deze probleemoplossingen. Daarnaast richt een beslisser zich ook graag op de technologische toepassing van begrippen, modellen en theorieën. Hierbij gaat de beslisser doelgericht en planmatig te werk.
    Optimale leeromgeving:
  • ●  In staat zijn zelfstandig praktische conclusies te trekken
  • ●  Er dient een duidelijke rode draad in de leerstof aanwezig te zijn
  • ●  Er moet een relatie zijn tussen theorie en praktijk
  • ●  Er dient de beschikking te zijn over technieken en aanwijzingen die helpen om het probleem zelf op te
    lossen
  • ●  In staat zijn om zelf bedachte oplossingen uit te proberen

Onder begeleiding van deskundige begeleiders